Tot en met juli 1969 waren de oliekanalen van zowel de Type 1 als de Type 3 motoren 8 mm van diameter, daarna is dat gewijzigd naar 10 mm en 12 mm. We spreken dan ook vaak over grote of kleine oliekanalen. Indien je in de jaren 70 je oliekoeler moest vervangen was hij alleen leverbaar met grote oliekanalen. Je zou dus in theorie geen mogelijkheid hebben om een nieuwe oliekoeler te monteren op een motor met kleine oliekanalen. Volkswagen herkende dit probleem en kwam zelf met deze oliekoeler verlooppakkingen, waarmee je zonder problemen een oliekoeler met grote oliekanalen kunt monteren op een motor bedoeld voor kleine oliekanalen.
Met deze verlooppakkingen kan er ook andersom een koeler met kleine kanalen op een motor met grote kanalen worden gemonteerd, maar dit raden we wel af want dan wordt de doorstroming belemmert op een motor die van zichzelf een betere doorstroom heeft.
Type 1 motor
Oliekoelers tot 1969 zijn vlak aan de onderkant en liggen vlak op het carter. Na 1969 hebben ze origineel wat ruimte tussen de koeler en het carter. Een oude koeler op een nieuw carter monteren zonder ringen betekent dus dat je de pakkingen te ver indrukt en de doorgang belemmert.
Type 3 motor
Ga je bij de Type 3 kleine en grote kanalen oliekoelers en carters door elkaar gebruiken, dan moet je de verlooppakkingen gebruiken, maar altijd zonder de ringen.
Nuttige informatie uit Paruzzi magazine en van ons YouTube kanaal :
Kijk voor nog meer technische artikelen op de pagina Paruzzi Magazine